Tekens in bladmuziek brengen veel dynamiek in de muziek, wat helpt om expressie te geven aan wat jij speelt en wat de schrijver wilt dat je speelt. Tekens in de muziek zijn dus een belangrijk onderdeel dat niet overgeslagen mag worden! Maar soms kan je door de noten de tekens niet meer zien, of door de tekens de noten niet meer zien, of door de tekens de tekens niet meer zien..En wat betekent nou eigenlijk wat? Hieronder vind je een basis overzicht van verschillende tekens die in muziek kunnen voorkomen.
Dynamische tekens
Dynamische tekens benoemen hoe hard of zacht een noot gespeeld moet worden. Ook overgangen van hard naar zacht en andersom worden met dynamische tekens aangegeven. Hieronder zie je een aantal van deze tekens.
p = piano = zacht in het Italiaans. Dit is het volume waar je in speelt. de toets wordt zacht aangeslagen.
f = forte = hard! Hier speel je luide tonen.
mf = mezzoforte = matig sterk. Je speelt op normaal volume.
Deze tekens komen veel voor, maar je kan ook extra zacht of extra hard spelen, om zo nog meer dynamiek te krijgen.
pp = pianissimo = Extra zacht.
ff = fortissimo = Extra hard!
Crescendo en Decrescendo
Net als aan een volume knop draaien, kan dat ook met de aanslag van de piano worden gedaan. Noten kunnen in één keer hard of zacht gespeeld worden of je werkt er naar toe. Naar een volume toewerken kan door crescendo of decrescendo te spelen. Deze vorm van dynamiek heet ook wel overgangsdynamiek.
Tip: Overdrijf voor jouw gevoel enorm tijdens het oefenen in het spelen van piano en forte, zo kan je duidelijk verschil horen wat zacht is en wat hard is.
Voortekens
Andere tekens die voorkomen in de muziek zijn voortekens. Deze staan vaak voor een noot of aan het begin van de notenbalk. Deze voortekens doen iets met de hoogte van de toon.
Staat er een kruis
Dan wordt deze een halve toon verhoogd. Hierdoor krijgt de noot ook een andere naam. Een C wordt een cis, een F een fis, een D een dis etcetera. In dit geval wordt de D een dis (spreek je uit als dies).
Staat er een mol
Dan wordt de noot een halve toon verlaagd. Hierdoor wordt de D een des, de F een fes, etcetera. In dit geval wordt de D dus een des.
Staat er een herstellingsteken
Dan wordt deze noot weer hersteld. De dis of des wordt gewoon weer een D!
Voortekens in praktijk
Staat er bij een noot (bijvoorbeeld deze G) in de maat een verhoging of verlaging? Dan worden alle G’s in die maat verhoogd of verlaagd. Stel je voor dat er toch in dezelfde maat een noot weer een G moet zijn, dan zet je daar een herstellingsteken neer.
Dubbelkruizen en dubbelmollen
Soms komt in de muziek een dubbelkruis of een dubbelmol voor.
Deze geven een dubbele halve verhoging/verlaging aan de noot en wordt dus een hele toon verhoogd of verlaagd! Een g wordt dus een gisis (gaat naar een a) of een geses (gaat naar een f).
Hopelijk weet je zo iets meer over verschillende dynamische tekens en voortekens in muziek. Nieuwsgierig naar meer tekens of hoe het in de praktijk gaat? Neem gerust een proefles!